Mensen verwachten en accepteren dat de politie gebruik maakt van sensoren zoals ANPR-camera’s of bodycams op drukke, openbare plaatsen en in onveilige situaties. Kritischer zijn zij over het gebruik in veilige situaties en minder publiek toegankelijke ruimtes, zoals de thuisomgeving. De inzet van sensoren moet bovendien transparant gebeuren en het vertrouwen tussen politie en burgers bevorderen. Dat blijkt uit onderzoek door het Rathenau Instituut op verzoek van de politie.
Het gebruik van sensoren is de afgelopen jaren sterk gestegen. Voorbeelden zijn camera’s in uitgaansgebieden, parkeergarages die kentekens vastleggen bij in- en uitrijden of een lantaarnpaal die aangaat als het mistig of donker wordt. Nederlandse burgers en bedrijven hebben naar schatting 1,5 miljoen beveiligingscamera’s. Ook politie en gemeenten zetten steeds vaker sensoren in om de leefbaarheid en veiligheid op straat te vergroten. Sensordata bieden veel kansen voor effectieve opsporing en handhaving. Zo kan kentekenherkenning met ANPR-camera’s helpen bij het opsporen van gestolen of vermiste voertuigen.
Het gebruik van sensoren roept ook ethische en maatschappelijke vragen op. De politie vroeg daarom het Rathenau Instituut te onderzoeken wat in de ogen van de samenleving belangrijk is bij het gebruik van sensoren om de leefbaarheid en veiligheid te bevorderen. In welke situaties verwachten zij dat de politie sensoren gebruikt en wanneer is er aarzeling? Scherper inzicht moet de politie helpen bij het zorgvuldig inzetten van sensoren.
Uit het onderzoek blijkt dat burgers genuanceerd denken over het gebruik van sensoren ten behoeve van veiligheid. Zij verwachten dat de politie mee gaat met technologische ontwikkelingen op dit gebied. Het onderzoek werd het afgelopen jaar uitgevoerd en leverde volgens de politie bruikbare aspecten op die voor burgers van essentieel belang zijn.
Vrijwel alle deelnemers vinden het goed dat de politie voor het opsporen van verdachten achteraf camerabeelden van bedrijven bekijkt. Dit geldt ook voor inzet van private camera’s bij opsporingsonderzoeken. Deelnemers zien snellere opsporing van verdachten als voordeel en zijn ook van mening dat camera’s preventief kunnen werken. Dit neemt niet weg dat belangen van politie en burger soms uiteenlopen. De inzet van sensoren moet daarom duidelijk uitlegbaar zijn aan de samenleving. De politie moet open en transparant communiceren over waarom, waar, wanneer en hoe de sensoren worden ingezet.
Klik hier voor meer informatie.