Het aantal opgelegde stadionverboden is dit jaar significant hoger dan in voorgaande seizoenen. De afgelopen jaren werden gemiddeld zeshonderd stadionverboden over een heel seizoen opgelegd. Op een derde van het seizoen 2021-2022 waren dit er al 354.
Dat zegt minister Yesilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) in antwoord op Kamervragen van de SP over de aanpak van voetbalgerelateerde criminaliteit en het opleggen en handhaven van stadionverboden. De minister zegt verbijsterd te zijn over de intensiteit en omvang van incidenten. “Personen die agenten te lijf gaan, vuurwerk gooien naar een vak waar ook kinderen zitten en zelfs spelers vanaf de tribune slaan, zijn geen voetbalsupporters meer. Daar moet hard tegen worden opgetreden, zodat de echte supporters kunnen blijven genieten van het betaald voetbal.”
Stadionverboden worden met name op civielrechtelijke basis opgelegd door de KNVB en betaald voetbal organisaties (bvo’s). Het OM beschikt niet over totaalcijfers van strafrechtelijk opgelegde stadionverboden.
In eerste instantie is de handhaving van stadionverboden de verantwoordelijkheid van de bvo’s. De burgemeester, officier van justitie of strafrechter kunnen bestuursrechtelijk of strafrechtelijk een gebiedsverbod opleggen als er sprake is van (vrees voor) openbare ordeverstoringen. Zij kunnen dit doen voor het gebied waar bijvoorbeeld (de omgeving van) het stadion of een uitgaansgebied onder valt. Aan een gebiedsverbod kan een meldplicht worden gekoppeld.
Het is volgens de minister echter niet haalbaar of wenselijk dat alle civielrechtelijke stadionverboden worden gecombineerd met strafrechtelijke of bestuursrechtelijke maatregelen zoals een gebiedsverbod met een meldplicht. “Dit is niet in alle gevallen proportioneel. Bovendien kunnen de gezagsdragers een (gebiedsverbod met) meldplicht alleen opleggen als er sprake is van (vrees voor) openbare ordeverstoringen. Sommige misdragingen, bijvoorbeeld voorwerpen op het veld gooien of illegaal doorverkopen van kaarten, vallen hierbuiten en worden alleen civielrechtelijk aangepakt.”
Digitale meldplicht
De SP wilde ook weten hoe vaak de digitale meldplicht de afgelopen jaren is opgelegd. Deze is in 2015 wettelijk mogelijk gemaakt met de aanscherping van de Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast (Wet MBVEO). In de praktijk wordt hier tot op heden echter geen gebruik van gemaakt, omdat er nog geen geschikte digitale faciliteit is die voldoet aan alle juridische en technologische eisen.
Hiervoor zijn in het verleden wel initiatieven gestart, maar deze zijn bij het gebrek aan draagvlak en financiering niet voortgezet, aldus Yesilgöz-Zegerius. In 2020 is met de komst van het programma Ons Voetbal Is Van Iedereen (OVIVI) financiering beschikbaar gekomen en is een herstart gemaakt met de digitale meldplicht. Doel is het beschikbaar stellen van een geschikte applicatie voor smartphones waarmee een meldplichtige kan aantonen dat hij of zij zich op een bepaald tijdstip niet in een verboden gebied bevindt.
Door het ontwikkelen daarvan moeten praktische en juridische bezwaren tegen het opleggen van een meldplicht worden weggenomen. Volgens de minister is de verwachting dat de meldplicht vaker zal worden opgelegd en zo verstoringen van de openbare orde en strafbare feiten efficiënter en effectiever voorkomen kunnen worden. De voortgang van de digitale meldplicht is echter afhankelijk van onder meer de technische haalbaarheid.
Yesilgöz-Zegerius: “Het betreft ogenschijnlijk een eenvoudige applicatie voor smartphones, maar er zit een aantal functionaliteiten in die deze ontwikkeling niet alleen uniek maken in het bouwen van deze voorziening, maar juist ook in de toepassing en het gebruik. Een functionaliteit is het vaststellen van de identiteit aan de hand van gezichtsherkenning. Een tweede functionaliteit betreft het nauwkeurig vaststellen van de locatie van de melder. De uitdaging hierbij is het voorkomen van fraude. Want als hier gemakkelijk mee kan worden gefraudeerd, is het instrument niet effectief.”
Uit onderzoek blijkt volgens de minister dat het risico hierop hoog is, omdat er toegankelijke en eenvoudige tools bestaan om te frauderen met gezichtsherkenning en de locatie. “Het vinden van de juiste en geschikte software om zulke fraude op te sporen of tegen te gaan, is dan ook een kritische succesfactor, waarbij nadrukkelijk vanaf de start, in het ontwerp al, rekening wordt gehouden met de privacy van de melder. Daarom wordt er op dit moment gewerkt aan een Data Protection Impact Assessment (DPIA) om de privacy risico’s te bepalen en een Project Start Architecture (PSA) om in kaart te brengen wat de aanpassing en impact gaat zijn op de bestaande organisatie, de processen, de informatievoorziening en de technische infrastructuur.”
Slimme camera’s
De minister ging ook in op de vraag naar de mogelijkheid van slimme camera’s in stadions om mensen met een stadionverbod die toch in het publiek staan te kunnen signaleren. “Om daders te vervolgen, maar ook om de persoonsgerichte aanpak te laten slagen, is het belangrijk om daders te identificeren. Voor een lik-op-stuk aanpak is niet alleen het juiste gebruik, maar ook de kwaliteit van de camera’s van belang. Kwalitatief goede camera’s in en rond het stadion leveren een belangrijke bijdrage aan identificatie en vervolging. De KNVB werkt daarom aan een aangepaste licentie-eis met betrekking tot camera’s, waardoor het verplicht wordt om twee camera’s op het uitvak en het harde kern-vak te hebben. Deze wordt ter stemming voorgelegd in de Algemene Vergadering Betaald Voetbal eind juni en zal bij akkoord ingaan vanaf seizoen 22/23.”
Daarnaast is volgens de minister in het kader van Ons Voetbal is Van Iedereen, de gezamenlijke aanpak van racisme en discriminatie van de Rijksoverheid en het voetbal, door het ministerie van VWS de Challenge (Slimme) Technologie uitgeschreven. “Hiermee wordt de markt uitgedaagd om met concrete oplossingen te komen om spreekkoren in stadions te kunnen vastleggen. Bvo’s zullen hiermee beter gefaciliteerd worden om vast te kunnen leggen wat er precies wordt gezongen of geschreeuwd waardoor het wellicht eenvoudiger wordt om die personen die zich daadwerkelijk schuldig maken aan discriminerende of kwetsende spreekkoren aan te pakken. Nog dit jaar wordt in samenwerking met drie bvo’s de ontwikkelde technologie getoetst in een realistische (stadion)setting. Slimme camera’s kunnen ook worden ingezet om mensen te signaleren met een stadionverbod, mits binnen de kaders van de regelgeving betreffende inzet technologie.”