Het stelsel Bewaken en Beveiligen moet beter worden voorbereid en toegerust op dreiging vanuit de zware, georganiseerde criminaliteit. De standaard werkwijze voldoet niet voor het inschatten van deze dreiging en de besluitvorming over beveiligingsmaatregelen. Bij dit type dreiging is het nodig om de taak van bewaken en beveiligen beter te borgen.
Dit constateert de Onderzoeksraad voor Veiligheid in het woensdag gepresenteerde rapport ‘Bewaken en beveiligen. Lessen uit drie beveiligingssituaties’, naar aanleiding van de aanslagen op Reduan, de broer van de kroongetuige, Derk Wiersum, de toenmalige advocaat en Peter R. de Vries, de vertrouwenspersoon van de kroongetuige in het Marengo-proces.
De aanslagen vonden plaats in de periode 2018 tot 2021. Op 29 maart 2018 werd Reduan in zijn bedrijf in Amsterdam-Noord doodgeschoten. Op 18 september 2019 werd Derk Wiersum doodgeschoten in zijn straat in Amsterdam. En op 6 juli 2021 werd Peter R. de Vries neergeschoten toen hij na een televisie-uitzending naar zijn auto liep.
Hoge prioriteit
De slachtoffers waren in beeld bij de organisaties binnen het stelsel Bewaken en Beveiligen, omdat ze volgens het Openbaar Ministerie en de politie alle drie bedreigd werden door hetzelfde criminele samenwerkingsverband. Reduan had aangedrongen op beveiliging van zijn familieleden. Toen de aanslag op hem plaatsvond waren er voor hem nog geen concrete beveiligingsmaatregelen getroffen. Wel was de afspraak gemaakt dat er bij een melding op zijn woon- en werkadres met hoge prioriteit zou worden opgetreden door de politie.
Deze maatregel was ook getroffen voor de woon- en werkadressen van Derk Wiersum en Peter R. de Vries. Bij de woning van Derk Wiersum waren beveiligingsmaatregelen getroffen en vond politietoezicht plaats. Peter R. de Vries wilde zijn agenda niet delen om toezicht bij aankomst en vertrek te kunnen regelen. Van de mogelijkheid om zelf risicovolle momenten aan te dragen heeft hij geen gebruik gemaakt. Er was wel politietoezicht rond zijn woning.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid benadrukt dat niemand absolute veiligheid kan garanderen, ook de overheid niet. De beveiliging van personen is gericht op het beperken van de risico’s. Dit gebeurt binnen het stelsel Bewaken en Beveiligen. OM, politie en de NCTV werken volgens vastgestelde procedures om dreigingen in kaart te brengen. Het stelsel Bewaken en Beveiligen krijgt te maken met verschillende typen dreiging, zoals terroristische dreiging en stalking.
Onbereikbaar
In de onderzochte beveiligingssituaties kwam de dreiging, volgens de informatie van het OM en de politie, vanuit de zware, georganiseerde criminaliteit. De dreiging verbreedde zich naar naasten van de kroongetuige, omdat hij zelf als doelwit vrijwel onbereikbaar was. Voor de overheid ontstond een bijzondere zorgplicht voor de veiligheid van deze personen, omdat door het kroongetuigentraject voor hen veiligheidsrisico’s ontstonden.
In de onderzochte beveiligingssituaties was de regie over het bewaken en beveiligen van de bedreigde personen versnipperd over landelijke en regionale diensten. Het stelsel Bewaken en Beveiligen kreeg niet alle informatie die in de opsporing beschikbaar was over de dreiging. Ook werd het niet altijd betrokken bij de besluiten die in de opsporing werden genomen. Dit had te maken met het bestaan van gescheiden werelden binnen het OM en de politie.
Het delen van informatie is een dilemma. Het afschermen kan leiden tot risico’s voor mensen die moeten worden beschermd, terwijl het delen kan leiden tot problemen in de opsporing en vervolging of tot nieuwe onveilige situaties omdat deze informatie kan uitlekken. Signalen vanuit de bedreigde personen zelf werden niet gezien als concrete dreigingsinformatie en pasten daardoor niet in de gebruikelijke systematiek. Inhoudelijke verschillen van inzicht escaleerden tot een verstoorde relatie tussen de overheid en de familie van de kroongetuige en Peter R. de Vries. Het afnemende wederzijds vertrouwen stond informatiedeling en samenwerking om gezamenlijk tot een passende oplossing te komen in de weg.
Publiek bekend
De Onderzoeksraad beveelt aan om het stelsel Bewaken en Beveiligen en de adviezen over de benodigde beveiligingsmaatregelen te betrekken bij de afweging om een kroongetuige in te zetten. De benodigde beveiligingsmaatregelen moeten in werking zijn gesteld voordat een kroongetuigendeal publiek bekend wordt. Bij dreiging vanuit de zware, georganiseerde criminaliteit is het volgens de Onderzoeksraad nodig om de coördinatie van het stelsel Bewaken en Beveiligen landelijk en als hoofdtaak te organiseren.
Het is van belang dat het stelsel Bewaken en Beveiligen over zoveel mogelijk relevante informatie beschikt. Om die reden is het nodig om de informatie-uitwisseling tussen opsporingsdiensten en het stelsel Bewaken en Beveiligen te verbeteren en informatie van de te beveiligen personen zelf beter te benutten. De gebruikelijke systematiek moet worden aangepast om voorstelbare dreigingen beter in te kunnen schatten, daarop te handelen en samen met de te beveiligen persoon tot passende maatregelen te komen.