Encryptie kan opsporingsonderzoeken belemmeren doordat de politie geen directe toegang heeft tot bewijs op bijvoorbeeld telefoons en pc’s. Maar als de code eenmaal is gekraakt, beschikt de politie vaak over een schat aan informatie.
Encryptie maakt de opsporing eigenlijk niet anders dan bijvoorbeeld een crimineel die niets wil zeggen. In beide gevallen moet de politie manieren bedenken om de cruciale informatie toch te krijgen. Dat blijkt uit onderzoek van NHL Stenden Hogeschool in samenwerking met de Open Universiteit en de Politieacademie, in opdracht van het WODC.
Gezichtsherkenning
In opsporingsonderzoeken is encryptie gemeengoed geworden, vooral vanwege de mobiele telefoons die opsporingsdiensten in beslag nemen bij opsporingsonderzoeken. Daarop zit bijna altijd een vorm van beveiliging, zoals gezichtsherkenning, vingerafdruk of een pincode, waarmee vaak communicatie- en opslaggegevens versleuteld worden.
Andere vormen van encryptie waarmee de opsporing te maken krijgt, zijn versleutelde chatdiensten, vergrendelde laptops, versleutelde e-maildiensten en telefoons die zo zijn gemaakt dat gebruikers er anoniem mee kunnen communiceren (cryptotelefoons).
De politie kan door encryptie niet direct bij gegevens die zij zoekt. Daardoor is het moeilijker om personen en samenwerkingsverbanden te identificeren of lokaliseren. Toch betekent het niet kunnen omzeilen of kraken van encryptie niet het einde van een opsporingsonderzoek, geven meerdere respondenten in het onderzoek aan.
Metadata
Soms werken de verdachten mee door data te ontsleutelen en de politie kan voor het bewijs ook andere wegen bewandelen. Denk aan metadata, bijvoorbeeld via telefoons die op een bepaald tijdstip in de buurt van een bepaalde telefoonpaal zijn.
Wanneer het lukt om encryptie te kraken, kan dit het opsporingsonderzoek vaak juist versnellen. De waarde van ontsleutelde data wordt bovendien gezien als zuiverder dan bijvoorbeeld (getuigen)verklaringen. Volgens de onderzoekers is het dan ook belangrijk dat de politie en haar partners blijven investeren in het ontwikkelen van kennis over en ervaring met encryptie. Maar ook in andere ontwikkelingen, zoals quantum computing en artificial intelligence.