Een man uit Breda die op Koningsdag een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) in zijn wang had gebeten is donderdag veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken en een taakstraf. Het Openbaar Ministerie (OM) vindt die straf veel te laag en stelt daarom hoger beroep in.
De opgelegde straf staat volgens het OM niet in verhouding tot het gepleegde feit, dat duidelijk op beeld werd vastgelegd. De officier van justitie stelde dat de verdachte zich ‘als een beest’ gedragen had. Gelet op de ernst van het feit werd een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan twee voorwaardelijk geëist. De opgelegde straf wijkt daar naar het oordeel van het OM teveel vanaf.
Hoewel de rechtbank het feit bewezen acht, werd geoordeeld dat het slachtoffer en zijn collega anders hadden kunnen handelen door de-escalerend op te treden. Het OM kan zich niet vinden in die stelling. Het is volgens de officier van justitie volledig aan de verdachten te wijten dat de situatie uit de hand liep.