De gebiedsgerichte preventieve aanpak om te voorkomen dat jongeren uitgroeien tot grote criminelen wordt uitgebreid van vijftien naar 27 gemeenten. Het kabinet investeert vanaf 2025 structureel 143 miljoen euro per jaar.
Hierbij wordt ingezet op een gebiedsgerichte aanpak door gemeenten met alle betrokken partners in de directe leefomgeving van de jongeren: van de politie, het Openbaar Ministerie, Rechtspraak, Raad voor de Kinderbescherming, Reclassering, Stichting Halt, Zorg- en Veiligheidshuizen tot en met leraren op scholen, het jongerenwerk, jeugdzorg, lokale ondernemers en werkgevers.
Vorig jaar zijn de eerste vijftien gemeenten begonnen met hun aanpak in de wijken waar de risico’s het grootst zijn dat jongeren worden geronseld voor criminele klusjes en doorgroeien in een carrière op het verkeerde pad. Dit zijn wijken in Amsterdam, Arnhem, Breda, Den Haag, Eindhoven, Groningen, Heerlen, Leeuwarden, Lelystad, Nieuwegein, Rotterdam, Schiedam, Tilburg, Utrecht en Zaanstad.
Met de uitbreiding van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid vorig jaar met Delft, Dordrecht, Roosendaal en Vlaardingen zijn ook deze vier gemeenten geselecteerd om plannen uit te werken tegen jeugdcriminaliteit. Zij kunnen dit jaar beginnen aan de uitvoering.
Hier bovenop worden nog eens acht gemeenten gevraagd voorstellen te doen voor de preventieve aanpak van jeugdcriminaliteit in hun wijken. Het gaat om Almere, Enschede, ’s-Hertogenbosch, Nijmegen, Helmond, Venlo, Sittard-Geleen en Maastricht. Naar verwachting kunnen zij begin 2024 beginnen met de uitvoering.
Deze gemeenten zijn geselecteerd op basis van criminaliteitscijfers en sociaaleconomische data, om zo de huidige veiligheidssituatie mee te nemen en rekening te houden met de (toekomstige) voedingsbodem voor jeugdcriminaliteit.