De terroristische dreiging op Nederland is het afgelopen half jaar toegenomen. Er zijn steeds meer signalen dat jihadistische organisaties voorbereidingen treffen om in Europa terroristische aanslagen te plegen. Deze groeperingen noemen daarbij expliciet Nederland als doelwit.
Dat blijkt uit het meest recente Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN 58) van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Het dreigingsniveau wordt vastgesteld op niveau 3. Dat betekent dat een aanslag in Nederland ‘voorstelbaar’ is.
Vorig jaar zou de dreiging van een aanslag vanuit ISIS richting Europa zijn toegenomen. Vooral vanaf de tweede helft van 2022 zijn er steeds meer aanwijzingen dat ISIS bezig is met het plannen van aanslagen in Europa. De dreiging komt vooral van netwerken die worden aangestuurd door ISIS-structuren in Syrië en Afghanistan en daaraan verbonden ISIS-netwerken in Turkije.
Mondiale jihadistische organisaties zouden Nederland al langer als legitiem doelwit beschouwen voor een aanslag. Als gevolg van recente koranvernielingen zou Nederland nog nadrukkelijker in beeld komen. Verscheidene pro-ISIS kanalen hebben via sociale media opgeroepen tot vergeldingsacties tegen westerse landen, waaronder expliciet Zweden en in mindere mate Nederland. Met name Nederlandse belangen in het buitenland lopen het risico getroffen te worden door een aanslag.
Het beeld van de Nederlandse jihadistische beweging is al enkele jaren onveranderd: de omvang stagneert. In verscheidene grotere steden van Nederland bevindt zich een aantal kleinere of grotere netwerken dat het jihadistisch gedachtegoed aanhangt. Tussen de netwerken zijn er contacten en vindt uitwisseling van ideeën plaats. De beweging is ideologisch versnipperd en sociaal gefragmenteerd waardoor ze er niet in slaagt om effectief te opereren en haar invloed te vergroten.
Naar schatting hangen in Nederland zo’n vijfhonderd mannen en vrouwen dit gedachtegoed aan. Hoewel er de afgelopen jaren wel sprake is geweest van enige verloop binnen de beweging, is het niet de verwachting dat ze op korte termijn in aantal en kracht zal toenemen.