Per 1 juli wordt de maximale gevangenisstraf voor doodslag verhoogd van 15 naar 25 jaar. In 2006 is met een amendement bij de Wet herijking wettelijke strafmaxima de maximumduur van de tijdelijke gevangenisstraf als alternatief voor de levenslange gevangenisstraf verhoogd van 20 naar 30 jaar, om het gat tussen deze straf en de levenslange gevangenisstraf te verkleinen.
Daardoor is het strafmaximum op moord verhoogd naar 30 jaar. Door het maximum voor doodslag te verhogen naar 25 jaar, wordt de balans tussen doodslag en moord hersteld. Het verschil in de maximumstraf gaat weer 5 jaar bedragen, gelijk aan het oorspronkelijke verschil. Rechters krijgen hiermee bij zeer ernstige doodslagzaken meer ruimte om passend te straffen mochten zij dat nodig achten.