Vorig jaar werden 17.500 jongeren tussen de 12 en 18 jaar door de politie verdacht van een misdrijf. Ruim een kwart van de verdachten was een meisje. Niet eerder was het deel meisjes in de totale groep verdachten van 12 tot 18 jaar zo groot. Zowel jongens als meisjes werden vooral verdacht van winkeldiefstal.
Dat blijkt uit de Monitor Jeugdcriminaliteit, die iedere twee à drie jaar wordt gepubliceerd door het WODC in samenwerking met het CBS.
In totaal werd 1,4 procent van alle jongeren van 12 tot 18 jaar verdacht van een misdrijf in 2022. Tussen 2010 en 2021 halveerde het aantal verdachten, maar aan die daling lijkt een einde te komen. Het aantal minderjarige verdachten was de laatste jaren redelijk stabiel. In 2022 is het aantal verdachten van 12 tot 18 jaar met 12 procent toegenomen ten opzichte van het voorgaande jaar. Van alle verdachten die de politie registreert is ruim 10 procent nog geen 18 jaar.
De groep verdachte jongens is nog altijd een stuk groter dan die van meisjes, maar de groei bij de meisjes was met 42 procent naar verhouding het sterkst. In 2022 was 26 procent van de verdachte minderjarigen een meisje. In 2021 was dit nog 20 procent. Ook bij jongens was er in 2022 een lichte stijging (3 procent).
Vermogensmisdrijf
In 2022 werden jongens en meisjes het vaakst verdacht van winkeldiefstal of een ander vermogensmisdrijf. Het aantal meisjes dat verdacht werd van winkeldiefstal steeg in 2022 met 70 procent. Ondanks deze toename, is de groep verdachte jongens nog steeds iets groter. Meisjes vormden in 2022 bijna de helft van de verdachte winkeldieven van 12 tot 18 jaar. Woninginbraak en wapenmisdrijven zijn voorbeelden van misdrijven waar bijna alleen jongens van werden verdacht.
In 2022 waren er in totaal 6200 minderjarige verdachten van winkeldiefstal. Dat zijn er 2200 meer dan in 2021 en ook meer dan in de afgelopen tien jaar. Het aantal minderjarige verdachten van een wapenincident steeg met 7 procent naar 1200.