Het aantal explosies in Nederland is dit jaar flink gestegen en explosies komen meer verspreid over het land voor dan in voorgaande jaren. Op basis van de cijfers kan echter geen direct verband worden gelegd met drugsgerelateerde criminaliteit of bendeoorlogen.
Dat antwoordt demissionair minister Yesilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) op vragen van Kamerlid Van Haga over het toenemende aantal explosies. Van Haga vroeg de minister of de explosies meestal drugsgerelateerd zijn en welke maatregelen worden genomen om dit fenomeen te stoppen.
Preventie met Gezag
Yesilgöz-Zegerius erkent dat de leefbaarheid in sommige wijken onder druk staat, maar dat betekent volgens haar niet dat criminelen daar op straat de baas zouden zijn en de autoriteiten nauwelijks nog grip hebben op de situatie. “De daders zijn vaak jong en bereid om voor relatief weinig geld ernstige geweldsdelicten te plegen. Daarom willen we jonge aanwas voorkomen door integraal samen te werken en te investeren in de meest kwetsbare wijken met de aanpak Preventie met Gezag.”
Daarnaast vraagt de aanpak volgens de minister om internationale samenwerking. “Kern van het probleem is dat in Europa de legale productie en handel in zwaar en explosief vuurwerk op enig moment overgaat naar illegale handel en misbruik. De verschijningsvormen waarbij zwaar en explosief vuurwerk gebruikt wordt bij aanslagen, plofkraken of het bestoken van hulpverleners en de frequentie daarvan verschillen per EU-lidstaat. Mede daarom geven niet alle landen dezelfde prioriteit aan dit onderwerp en kost het tijd om tot een gezamenlijke aanpak te komen.”
Leger
Van Haga vroeg de minister of zij naar Zweeds voorbeeld bereid is om in risicowijken het leger in te zetten om orde op zaken te stellen, bijvoorbeeld door te patrouilleren in wijken waar bomaanslagen zijn gepleegd.
Yesilgöz-Zegerius: “De politie werkt in risicowijken nauw samen met alle betrokken organisaties die daar actief zijn. Het handhaven van de openbare orde is een verantwoordelijkheid van de burgemeester. Onder gezag van de burgemeester worden primair afspraken gemaakt met politie en andere relevante civiele instanties over de wijze van handhaving. Indien de civiele capaciteit of expertise niet afdoende blijkt, kan aan Defensie een verzoek worden gericht om het leveren van bijstand van de Koninklijke Marechaussee of andere Defensieonderdelen. Een dergelijk verzoek tot patrouilleren in de betreffende wijken is momenteel niet aan de orde. Gerelateerd aan de incidenten met explosieven wordt wel expertise van Defensie ingezet zoals die van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie.”