Het aantal liquidaties in Nederland is vorig jaar voor het eerst in jaren weer licht gestegen. In 2022 vonden er elf liquidaties plaats, terwijl er sinds 2017 sprake was van een daling van 31 naar acht in 2021. De liquidaties hebben meestal te maken met drugscriminaliteit.
Dat blijkt uit de factsheet ‘Update liquidaties 2022’ van het WODC, een vervolg op het rapport ‘Tweede verkennende studie Liquidaties’ uit 2021 en de ‘Update liquidaties 2021’. Deze notitie bevat een update van de aantallen voor het jaar 2022 en informatie over de regio’s waar de liquidaties plaatsvonden en de leeftijd van de slachtoffers. Bij liquidaties gaat het om het aantal incidenten, niet om het aantal mensen dat is vermoord.
Het aantal van 2022 is nog steeds (aanzienlijk) lager dan de aantallen van voor 2018. Die schommelden tussen de achttien en 31 liquidaties per jaar, met een uitschieter naar 38 in 2014.
Over de jaren heen vinden liquidaties vooral plaats in Noord-Holland, met name in Amsterdam. Maar in 2022 is bijna de helft van het aantal liquidaties (vijf) in Zuid-Holland gepleegd, waarvan drie in Rotterdam. Ook vonden er in dat jaar twee liquidaties van Nederlanders plaats in het buitenland, namelijk in Zuid-Spanje en Antwerpen.
In 2022 komt bij meer dan de helft van de liquidaties een verband met drugscriminaliteit naar voren. Bij zes slachtoffers gaat het om directe betrokkenheid, veelal het handelen in drugs, en in één geval om drugsproductie. Bij twee slachtoffers is er een mogelijk verband met drugscriminaliteit. Dan gaat het om directe familieleden die betrokken zijn bij drugscriminaliteit. Drie slachtoffers kunnen in verband worden gebracht met georganiseerde criminaliteit, maar het is bij hen niet bekend of er een relatie is met drugscriminaliteit.