De Nederlandse Veiligheidsbranche voorziet dat binnenkort geen enkel beveiligingsbedrijf nog mag afwijken van de cao Particuliere Beveiliging. Dat zegt de vereniging in reactie op een toelichting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In die toelichting is een lijst opgenomen van bedrijven die voor de periode 2021–2023 nog mochten afwijken van de cao. Dat zijn er veertig.
Deze zogenoemde ‘dispensatie’ is de afgelopen jaren toegepast door leden van branchevereniging VVNL. Alle andere beveiligingsbedrijven volgen de cao Particuliere Beveiliging. De minister van SZW was door de rechter opgedragen duidelijk te maken voor welke VVNL-bedrijven voor welke periode dispensatie mogelijk was.
Verleden
Binnenkort zal het ministerie ook de namen bekend maken van bedrijven die in de cao-periode 2023–2024 mochten afwijken van de cao Particuliere Beveiliging. De Nederlandse Veiligheidsbranche verwacht dat het aantal bedrijven dat dispensatie krijgt opnieuw sterk beperkt zal worden en dat daarmee dispensatiemogelijkheden langzaamaan tot het verleden behoren.
De nu gepubliceerde lijst met gedispenseerde bedrijven is de zoveelste mijlpaal in een conflict tussen de Nederlandse Veiligheidsbranche en de VVNL over de vraag of binnen de beveiligingsbranche twee cao’s kunnen bestaan. De Nederlandse Veiligheidsbranche vindt van niet, omdat daarmee tussen beveiligingsbedrijven geconcurreerd zou worden op arbeidsvoorwaarden.
Raad van State
Begin juni zal de Raad van State zich nog buigen over de dispensatiezaak. De Nederlandse Veiligheidsbranche verwacht dat met een uitspraak van de Raad ook voor deze veertig bedrijven een definitief einde komt aan de dispensatie en dat zij over genoemde jaren alsnog de cao PB op hun beveiligers moeten toepassen.