De Wetenschappelijke Adviesraad Politie (WARP) adviseert een duidelijk onderscheid te maken tussen geweldsmiddelen en beschermingsmiddelen. Zo kunnen gemeenten hun boa’s goed uitrusten zonder onduidelijkheid over het gebruik van geweld. Dit advies heeft de WARP gegeven aan de korpschef van de politie, naar aanleiding van de actuele discussie over boa’s en geweldsmiddelen.
De onduidelijkheid over de uitrusting van gemeentelijke handhavers moet stoppen, vindt de raad. Deze professionals voelen zich soms onveilig en zien geweldsmiddelen als een logische oplossing. Maar geweldsmiddelen zijn niet bedoeld voor verdediging en mogen alleen worden ingezet als dat echt nodig is voor de taakuitvoering. Als geweldsmiddelen worden gebruikt voor een veilige taakuitvoering, ligt het geweldsmonopolie onder vuur.
De WARP adviseert daarom strikt vast te houden aan het noodzaakcriterium voor geweldsmiddelen en het toezicht daarop eenduidig te organiseren. Waar het gaat om beschermingsmiddelen voor handhavers zijn de gemeenten en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) aan zet. De WARP stelt voor dat de politie geen rol speelt bij het toezicht op beschermingsmiddelen voor boa’s. De raad adviseert de korpschef wel duidelijk te maken hoe de politie zich tot de gemeentelijke handhaving gaat verhouden.