De Nederlandse Veiligheidsbranche en de vakbonden FNV en CNV zijn ‘zeer verheugd’ met de uitspraak van de Raad van State in de zaak over de Cao Particuliere Beveiliging (Cao PB). De hoogste rechter besliste onlangs dat alle bedrijven gebonden zijn aan de Cao PB en niet een eigen cao mogen volgen. Daarmee komt een einde aan oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden die het gevolg was van het naast elkaar bestaan van twee cao’s binnen één bedrijfstak.
De uitspraak van de Raad van State vormt het sluitstuk van een jarenlange strijd over cao’s binnen de beveiligingssector. Verschillende ministeriële beslissingen en gerechtelijke uitspraken verder is nu een einde gekomen aan deze dispensatie.
De uitspraak betekent dat bedrijven die zich vanaf 2019 aan een andere cao hebben gehouden alsnog met terugwerkende kracht vanaf 2019 de Cao PB moeten toepassen. Bedrijven die hun medewerkers tenminste op het niveau van de cao PB hebben beloond, hebben al aan hun verplichtingen voldaan. De partijen betrokken bij de Cao PB hebben aangekondigd zoals gebruikelijk te blijven controleren of hun cao daadwerkelijk goed is toegepast.
De Cao PB is de afgelopen jaren steeds algemeen verbindend verklaard en was daarmee in beginsel van toepassing op alle beveiligingsbedrijven. Die status is nu effectief hersteld. Voorzitter Ard van der Steur van de Nederlandse Veiligheidsbranche stelt blij te zijn dat de duidelijkheid terug is in de markt en er een einde komt aan de mogelijkheid om de Cao Particuliere Beveiliging te omzeilen.
De CNV bij monde van Erik Honkoop, onderhandelaar voor vakbond CNV, noemt de uitspraak een doorbraak. “Jarenlang hebben we te maken gehad met ondermijning van cao-afspraken. Dat zorgde voor onrust door ongebreidelde concurrentie op prijs. Dat trok de sector als geheel naar beneden. Deze uitspraak schept ruimte om te werken aan de waardering en professionaliteit van beveiligers.”
Volgens FNV-onderhandelaar Félix Alejandro Pérez maakt de uitspraak duidelijk dat dispensatie voor deze cao te makkelijk is verleend. “Wij zijn blij met de uitspraak om zijn betekenis voor de cao PB, maar ook omdat hiermee een nieuw strenger kader is ontstaan voor dispensatieverlening op algemeen-verbindend verklaren.”
