In de eerste helft van 2024 heeft de Autoriteit Persoonsgegevens ruim 9800 meldingen van een datalek ontvangen van bedrijven en organisaties. Dat is minder dan in de eerste helft van zowel 2023 als 2022. Toen kwam het aantal meldingen uit op 10.500.
Bij datalekken kan het onder andere gaan om fouten bij het versturen van e-mails met verkeerde persoonsgegevens, hacking of phishing. Meestal kwam het datalek juist van een incident met een brief of postpakket. Datalekken kwamen het meest voor bij grote bedrijven. Dit blijkt uit cijfers van het CBS en de Autoriteit Persoonsgegevens. De cijfers van de AP zijn voorlopig.
In 41 procent van de meldingen ging het om een incident met een brief of postpakket met persoonsgegevens. Ook in voorgaande jaren kwam dit type incident het meeste voor. Het gaat hier bijvoorbeeld om een brief of postpakket dat is verstuurd of afgegeven aan een verkeerde ontvanger, of een brief of postpakket dat geopend retour is ontvangen of is kwijtgeraakt.
In 18 procent van de gevallen ging het om een datalek waarbij er iets misging met persoonsgegevens in een email, zoals versturen aan een verkeerde ontvanger. Bij 8 procent vond er een vorm van cybercrime plaats, zoals hacking, malware of phishing.
Daarnaast kan het bij de overige incidenten (33 procent) gaan om onder andere persoonsgegevens die zijn toegevoegd aan een verkeerd dossier, persoonsgegevens van een klant die zijn getoond in het verkeerde klantportaal, of om een usb-stick of papier met persoonsgegevens dat is kwijtgeraakt.
Bijna zeven op de tien meldingen over een datalek werden gedaan door een groot bedrijf of grote organisatie (250 of meer werknemers). Hiermee vertegenwoordigen grote bedrijven of organisaties (0,2 procent van alle bedrijven in Nederland) een relatief groot aandeel in de meldingen.