Amsterdam heeft de strijd tegen de georganiseerde misdaad vrijwel verloren. Dat staat volgens De Telegraaf in een vertrouwelijk onderzoek naar ondermijnende criminaliteit in de hoofdstad dat is uitgevoerd in opdracht van de gemeente.
Zo zou in het rapport staan dat de autoriteiten slecht zijn ingevoerd in drugsgeld en -criminaliteit. Politie, gemeente en justitie erkennen volgens de krant het gevaar van ondermijnende criminaliteit. Ze zien de gevaren ervan, maar door een gebrek aan bruikbare data ontbreekt het aan een beeld van de omvang.
Het rapport is opgesteld door hoogleraar bestuurskunde Pieter Tops en onderzoeksjournalist Jan Tromp, die zes maanden aan het onderzoek werkten. De resultaten van het onderzoek dat zes maanden duurde worden vrijdag gepresenteerd. De twee moesten tijdens hun onderzoek gefragmenteerde kennis verzamelen bij verschillende instanties en afdelingen. Niemand weet precies hoe groot de drugsmarkt is.
De drugscriminaliteit heeft vrij spel en een ontwrichtende werking op de stad, stellen de onderzoekers volgens De Telegraaf. De kennis die er is van geldstromen en criminele netwerken blijft vaak plakken bij verschillende politiediensten. Zo komt de informatie die een wijkagent heeft niet bij de centrale recherche die zich op zware liquidaties richt. Een criminele organisatie komt hierdoor niet volledig in beeld. De gemeente Amsterdam erkent in het rapport ‘dat er geen grip is op de drugsgerelateerde criminaliteit’ in de stad, citeert de krant.