Consumenten die hun spaargeld vanwege een negatieve rente in huis zouden halen, dienen goed naar hun inboedelverzekering te kijken. Er bestaan grote verschillen in de maximale dekking die verzekeraars aanbieden bij verlies of diefstal van contant geld. Deze verschillen kunnen oplopen tot 1250 euro.
Dat blijkt uit onderzoek van het Inboedelverzekering Informatie Centrum (IIC), dat de polisvoorwaarden van 31 verschillende inboedelverzekeringen analyseerde. Binnen een inboedelverzekering is schade aan contant geld doorgaans gedekt, bijvoorbeeld in het geval van diefstal of brand. Wel verschilt de maximale vergoeding sterk per verzekeraar. De gemiddelde contant geld dekking van alle onderzochte inboedelverzekeringen is 945 euro.
De laagste dekkingen werden gevonden bij Nationale Nederlanden en ING, die beide een maximale vergoeding van ‘slechts’ 250 euro per gebeurtenis hanteren. Aan de andere kant van het spectrum staan inboedelverzekeraars AON, De Goudse, Ohra en United Insurance. Deze verzekeraars keren bij schade aan contant geld uit tot een maximum van 1500 euro.
Naast verschillen in de bedragen die maximaal worden uitgekeerd, dienen consumenten volgens het IIC ook goed te kijken naar de kleine lettertjes. Waardepapieren, zoals aandelen en obligaties, maar ook paspoorten, identiteitsbewijzen, waardebonnen en bankpassen worden vaak ook gezien als ‘contant geld’. Op deze manier kan schade aan contant geld dus snel oplopen.
De onderzochte inboedelverzekeraars hanteren een verschil in dekking binnen- of buitenshuis of bij geld van de bewoner(s) of van anderen. Verzekeraars bieden meestal geen dekking in het geval van langdurige leegstand van een woning, tijdens een verhuizing of bij schade aan contant geld in een bijgebouw, zoals een (losstaande) garage.