Nieuwe instrumenten zoals continue vermogensmonitor en strafrechtelijke curatele worden uitgewerkt om de financiële handel en wandel van misdadigers beter in beeld te krijgen. De mogelijkheden om crimineel vermogen af te pakken zijn de afgelopen tijd al versterkt. Deze aanpak wil minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) verder intensiveren.
Dat blijkt uit een brief aan de Tweede Kamer van de minister over de voortgang van de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit.
De anti-ondermijningsgelden uit het regeerakkoord – 100 miljoen euro in het fonds en 10 miljoen euro structureel – zijn vorig jaar over de verschillende regio’s verdeeld en er wordt gewerkt aan een pakket aan anti-ondermijningswetgeving. Aanvullend hierop heeft het kabinet dit najaar de aanpak met 110 miljoen euro extra versterkt voor een breed landelijk offensief tegen ondermijnende criminaliteit. Ook investeert het kabinet 30 miljoen euro in regionale en landelijke projecten voor het afpakken van crimineel vermogen. De focus van de regionale en landelijke partners ligt op de illegale drugsindustrie en criminele geldstromen.
Om de financiële handel en wandel van criminelen nog beter in beeld te krijgen, wil Grapperhaus dat gedurende langere tijd toezicht kan worden gehouden op het vermogen van veroordeelden. Binnen de bestaande wettelijke kaders zal hiertoe een continue vermogensmonitor bij het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) worden ontwikkeld. Op deze manier kan het CJIB gedurende langere tijd toezicht houden op het vermogen van veroordeelden en kan crimineel vermogen nadat het beeld is gekomen sneller worden onttrokken op grond van een ontnemingsmaatregel.
Tevens wil de minister een wettelijke regeling voorbereiden voor strafrechtelijke curatele. Daarmee wordt het mogelijk dat de rechter bij het opleggen van een ontnemingsmaatregel de beschikkingsbevoegdheid van de veroordeelde over zijn vermogen beperkt. Een toezichthouder ziet er dan op toe dat een ontnemingsvordering wordt voldaan. Ook moet de veroordeelde eerst toestemming vragen aan de toezichthouder voor rechtshandelingen over zijn vermogen. Dit is vergelijkbaar met de aanstelling van een bewindvoerder bij de verlening van een surseance van betaling als een bedrijf in financieel zwaar weer is beland. Bij het uitwerken van deze maatregel zal oog zijn voor de veiligheid van de toezichthouder en de daaraan verbonden kosten.
De komende tijd worden de contouren van deze twee maatregelen verder uitgewerkt en de kosten ervan in kaart gebracht. Verder zal het afpakken van crimineel vermogen dat is weggestopt in een andere EU-lidstaat worden vereenvoudigd en versneld door de Europese Confiscatieverordening, die aan het eind van dit jaar in werking zal treden. De uitvoeringswetgeving is inmiddels voor advies voorgelegd aan de Raad van State.