In 2021 hebben zich 2327 geweldsincidenten voorgedaan in het openbaar vervoer. In 2020 ging het om 2083 incidenten. Het afgelopen jaar zijn er 1050 OV-verboden uitgevaardigd.
Dat antwoordt staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat op Kamervragen van Hans Smolders (Groep Van Haga) over het toenemend aantal geweldsincidenten in het openbaar vervoer.
Als een persoon zich in het openbaar vervoer schuldig maakt aan een geweldsdelict, zal door de politie een proces-verbaal van geweld tegen een medewerker met een publieke taak worden opgemaakt. Ook kan de vervoerder deze persoon een reis-of verblijfsverbod opleggen.
Reisverboden moeten worden beperkt in tijd, omvang en plaats. Hiertoe is een leidraad opgesteld door het OM in samenwerking met vervoerders en de politie. Daarin staan delicten met bijbehorende strafmaten beschreven. Bij het bepalen van de omvang van het verbod, zoals een permanent OV-verbod, is het volgens de staatssecretaris belangrijk om de proportionaliteit niet uit het oog te verliezen. In de leidraad voor het opleggen van reis- en verblijfsverboden (2015) heeft het OM hierom opgenomen dat het geen mogelijkheden ziet voor een landelijk reisverbod.
Regionaal reisverbod
De provincies Overijssel, Gelderland en (regionale) vervoerders starten in de tweede helft van 2022 een pilot voor een regionaal reisverbod in Oost-Nederland. Hierin worden de juridische en organisatorische mogelijkheden onderzocht voor het opleggen en handhaven van regionaal reisverboden door meerdere vervoerders op meerdere lijnen bij geweldsmisdrijven.
Bij reisverboden op OV-trajecten geldt een categorisering van incidenten op basis van de zwaarte en ernst van de overtreding. De categorisering in A, B en C-incidenten met daaraan gekoppeld de duur van een verbod, is door het OM in afstemming met vervoerders in de leidraad in detail vastgelegd.
A-incidenten gelden als strafbare feiten, waaronder agressie- en geweldsincidenten. B-incidenten gelden als overtredingen van de Wet personenvervoer en C-incidenten worden aangemerkt als overtredingen van het Besluit personenvervoer of de geldende huisregels.