Vijf Kleinschalige Voorzieningen Justitiële Jeugd (KVJJ), die zijn begonnen als experiment, staan momenteel nagenoeg leeg. De PvdA heeft hierover opheldering gevraagd aan minister Weerwind van Rechtsbescherming.
In de KVJJ’s kunnen jongeren dicht bij hun leefomgeving worden geplaatst, zodat school en werk kunnen doorgaan en hun sociale netwerk in stand blijft. Hierdoor zou hun resocialisatie kansrijker zijn dan bij plaatsing in een reguliere justitiële jeugdinstelling (JJI).
“Klopt het dat er voldoende personeel en budget is voor de KVJJ’s om ze te kunnen benutten? En dat de Raad voor de Kinderbescherming, reclassering, advocaten, OM en de rechter vaak adviseren jongeren naar een kleine locatie te sturen? In hoeveel gevallen wordt een jongere dan toch in een reguliere JJI geplaatst?”, vraagt Kamerlid Mutluer (PvdA).
“Waarom worden adviezen om een jongere in een KVJJ te plaatsen niet altijd opgevolgd? Op grond van welke criteria beslist de Divisie Individuele Zaken (DIZ) van uw ministerie over de plaatsing van een veroordeelde jongere? In welke mate wijken die criteria af van die van bijvoorbeeld rechters? Hoe vaak wordt er afgeweken van de adviezen van een rechter?”
De PvdA wil van de minister ook weten waarom na de proefperiode met de KVJJ’s is besloten dat niet langer de rechter, maar de afdeling DIZ over de plaatsing moet beslissen. “Kan de beoordeling of een jongere al dan niet in een KVJJ dient te worden geplaatst wellicht beter aan een rechter, die daarover advies en informatie bij anderen kan inwinnen, worden overgelaten?”