Het huidige tapsysteem van de politie blijft operationeel totdat het nieuwe volledig is geïmplementeerd. De politie is bij opsporingsonderzoek bovendien nooit afhankelijk van één instrument, hoe oud of nieuw een systeem ook is.
Bij een storing van bijvoorbeeld het tapsysteem worden de gebruikers daarover direct geïnformeerd en kunnen zij afwegen welke andere middelen aanvullend moeten worden ingezet. Dat schrijft minister Yesilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) aan de Tweede Kamer. De SGP, PVV en BIJ1 hadden Kamervragen gesteld over het tapsysteem van de politie. Het huidige tapsysteem wordt vervangen door een nieuw systeem. Dat is al enkele jaren geleden aangeschaft, maar nog niet operationeel. Het bestaande systeem wordt echter op korte termijn uitgeschakeld.
Yesilgöz-Zegerius: “Bij opsporingsonderzoeken zet de politie een combinatie van verschillende tactieken en middelen in. Dat is altijd maatwerk. Bij storingen wordt direct afgewogen welke andere middelen aanvullend moeten worden ingezet om de taak naar behoren te blijven uitvoeren. Hierbij kan worden gedacht aan inzet van (extra) observatie, extra mensen of andere technische middelen. Dit geldt binnen de opsporing, maar ook binnen het domein bewaken en beveiligen. Daar komt bij dat tapgesprekken meestal achteraf en niet live worden uitgewerkt. Bij de inzet van bijzondere aanhoudingsteams heeft een eventuele storing van deze systemen geen invloed op de veiligheidsprocedures.”
Gedurende de overgangsperiode werken de twee tapsystemen naast elkaar. Tijdens de migratie worden lopende taps per onderzoek overgezet naar het nieuwe systeem. Hiervoor wordt een natuurlijk moment gebruikt: het zetten van een tap binnen een onderzoek of het verlengen hiervan. In 2023 worden op deze wijze alle taplijnen naar het nieuwe systeem overgezet en zal uiteindelijk het huidige tapsysteem niet meer in gebruik zijn. Daarna wordt het oude systeem gearchiveerd en afgevoerd.