De Rijksrecherche heeft in de eerste zes maanden van 2018 elf keer onderzoek gedaan naar incidenten waarbij agenten hebben geschoten. Daarbij vielen twee doden en raakten negen mensen gewond.
Die cijfers liggen in lijn met vorig jaar. Toen werd er 23 keer onderzoek gedaan naar agenten die hadden geschoten. Daarbij vielen er toen drie doden en twintig gewonden. In 2016, 2015 en 2014 waren er respectievelijk 34, 30 en 33 incidenten. De politie heeft geen verklaring voor de daling.
Na elke schietpartij waarbij de politie is betrokken en iemand geraakt wordt, doet de Rijksrecherche onderzoek. Een van de incidenten waarbij agenten dit jaar schoten hebben gelost, was in mei in Schiedam. Een man liep op zijn balkon met een bijl te zwaaien, bedreigde de agenten en stak een politiehond dood met een mes. Agenten konden niet met de man in contact komen en losten een aantal schoten. Hij is in het ziekenhuis aan zijn verwondingen overleden.
Een vuurwapen mag pas worden gebruikt als andere wapens zoals pepperspray, wapenstok of een politiehond niet helpen. Een agent moet altijd eerst een waarschuwingsschot lossen. Maar er zijn situaties waarbij dat niet (meer) kan. Een agent mag direct schieten als hijzelf in gevaar is, of wanneer iemand van een zeer ernstig delict wordt verdacht.