De Rabobank mocht de bankrekening van een handelaar in aardappels en uien beëindigen vanwege het risico op criminele geldstromen. Dat oordeelt de rechtbank in Amsterdam.
Rabobank was al veertig jaar de huisbank van de handelaar tot de bank de relatie opzegde. De handelaar was actief in Mauritanië en ontving daarvoor grote aantallen contant geld van anonieme personen op straat in Brussel, die hij afstortte bij Rabobank.
Volgens het Openbaar Ministerie is deze werkwijze vatbaar voor grootschalige witwaspraktijken. De bank waarschuwde de handelaar en stelde voorwaarden over het afbouwen van de contante betalingen. Rabobank bood daarbij ook een kredietfaciliteit aan. Uiteindelijk hield de handelaar zich niet aan deze afspraken en werd zijn bankrekening beëindigd. De rechtbank Amsterdam oordeelt nu dat dit terecht was.