De ServiceOrganisatie Directe Aansprakelijkstelling (SODA) heeft vorig jaar namens ondernemers in totaal 1.651.982 euro verhaald op winkeldieven die op heterdaad betrapt zijn. Dat antwoordt demissionair minister Yesilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) op vragen van de VVD over het toenemend aantal rondtrekkende bendes dat is betrokken bij diefstallen in Nederland.
In 2022 kwam SODA 27.598 keer in actie tegen daders van winkeldiefstal. De indirecte schade die kan worden verhaald bestaat uit een standaardtarief van 181 euro voor de tijd die de ondernemer kwijt is aan het vasthouden van de winkeldief, overdragen aan de politie en het doen van aangifte. Daarnaast kan ook eventuele directe schade worden verhaald.
Gestolen goederen met unieke kenmerken waarvan aangifte is gedaan, worden opgenomen in de database Stop Heling. Yesilgöz-Zegerius: “Burgers en bedrijven kunnen in deze database een diefstalcheck doen. Als blijkt dat een aangeboden goed van diefstal afkomstig is, kunnen ze hiervan direct melding doen bij de politie. Daarnaast zijn handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen verplicht hun inkoop te registreren en moeten daarvoor in veel gemeenten het Digitaal Opkopers Register (DOR) gebruiken. Dankzij het DOR en het landelijk zicht dat daarmee wordt verkregen op de handel in gestolen goederen, heeft de politie mobiele bendes in beeld kunnen krijgen.”
Nationaliteit
Volgens de minister is het lastig om te bepalen of het klopt dat afgelopen jaar bij een kwart van de vermogensdelicten sprake zou zijn van een verdachte die niet in Nederland is geboren, geen Nederlands adres heeft en geen Nederlandse nationaliteit heeft.
“De politie heeft alleen cijfers van zaken waarbij een verdachte in beeld is gekomen. Bij ongeveer 15 procent van vermogenscriminaliteit zoals zakkenrollen of inbraken in auto’s is dat het geval. Binnen die 15 procent is het inderdaad zo dat bij 25 procent sprake is van een verdachte die niet de Nederlandse nationaliteit heeft, niet in Nederland geboren is en geen Nederlands adres heeft anders dan een COA-locatie of een justitiële inrichting. Dat betekent niet dat in alle vermogensdelicten 25 procent van de verdachten niet in Nederland is geboren, geen Nederlands adres heeft en geen Nederlandse nationaliteit heeft, omdat binnen de verschillende delicten grote verschillen bestaan.”
Oost-Europees
Diefstallen van e-bikes of delicten zoals zakkenrollen worden volgens de minister niet overwegend gepleegd door Oost-Europese dadergroepen. “In 2022 zijn zo’n dertigduizend diefstallen van e-bikes geregistreerd. Hierbij gaat het alleen om incidenten die enkel gericht waren op het stelen van de fiets en niet om e-bikes die bij andere misdrijven zijn gestolen. Bij ongeveer 2 procent van deze incidenten is er minimaal één verdachte bekend. Ongeveer een op de zes van de unieke verdachten heeft een Oost-Europese nationaliteit en bijna zeven op de tien de Nederlandse.”
Er zijn voor 2022 zo’n 10.500 incidenten met zakkenrollen geregistreerd. Yesilgöz-Zegerius: “Bij 7,5 procent hiervan is er minimaal één verdachte. Van de geregistreerde verdachten heeft ongeveer twee op de drie een Noord-Afrikaanse nationaliteit en dus niet een Oost-Europese.”
Taskforce
Kamerleden Michon-Derkzen en Aartsen wilden ook weten waarom de Taskforce Mobiel Banditisme is afgerond, als er bij 25 procent van de vermogensdelicten sprake is van mobiel banditisme. Volgens de minister heeft een doorstart van de Taskforce geen toegevoegde waarde meer.
“Het in 2018 opgerichte tijdelijke samenwerkingsverband heeft alle publieke en private partijen die betrokken zijn bij het tegengaan van mobiel banditisme samengebracht. Alle doelen zijn bereikt en de aanpak van mobiel banditisme is opgenomen in het Actieprogramma Veilig Ondernemen 2023-2026. De Taskforce is daarna opgeheven. De aanpak van mobiel banditisme valt door de opname in het Actieprogramma onder het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing. Daarin zijn de betrokken partijen vanuit de eerdere Taskforce Mobiel Banditisme ook vertegenwoordigd.”