Het uit de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) plaatsen van criminele kopstukken betekent niet dat de monitoring van deze gedetineerden stopt. Om te voorkomen dat gedetineerden vanuit de gevangenis doorgaan met criminele activiteiten wordt onder meer het oprichten van een Detentie Intelligence Unit onderzocht. Die moet bijdragen aan een betere informatiepositie van de betrokken ketenpartners.
Verder wordt wet- en regelgeving aangepast en komen er meer extra beveiligde faciliteiten. Dat antwoordt demissionair minister Weerwind (Rechtsbescherming) op Kamervragen van de VVD over de plaatsing uit de Extra Beveiligde Inrichting van Rico de Chileen.
Vluchtgevaarlijk
Sinds eind vorig jaar wordt jaarlijks opnieuw beoordeeld of een gedetineerde nog voldoet aan de criteria voor plaatsing in het strenge EBI-regime. Dit wordt gedaan aan de hand van vier criteria om te bepalen of de gedetineerde vluchtgevaarlijk is of een onaanvaardbaar maatschappelijk risico vormt. Daarbij wordt onder meer gekeken naar informatie van politie, Openbaar Ministerie en van de Penitentiaire Inrichting zelf.
De gedetineerde kan in beroep gaan tegen het besluit tot verlenging van het verblijf in de EBI. De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) behandelt het beroep en toetst of de informatie actueel, betrouwbaar en concreet is.
Grondige afwegingen
Hoewel risico’s nooit helemaal zijn uit te sluiten, blijkt volgens minister Weerwind in de praktijk dat voorafgaand aan (over)plaatsingen grondige afwegingen van belangen gemaakt worden over plaatsing in het EBI-regime of op een Afdeling Intensief Toezicht (AIT). “Het voornaamste doel van de AIT is het voorkomen van voortgezet crimineel handelen. Dit regime is ingericht op controle en toezicht. Boven op de standaard maatregelen is er ruimte voor maatwerk. Per individuele gedetineerde kunnen extra beperkende maatregelen worden opgelegd, waaronder een verdere beperking in de contacten met buiten.”
Daarnaast is een wetsvoorstel ingediend om de Penitentiaire beginselenwet op een aantal punten aan te passen. Weerwind: “Daarmee kunnen de communicatiemogelijkheden van individuele gedetineerden nog verder worden beperkt. Dit zal ingezet worden bij aanwijzingen van ernstige gevaarzetting voor de openbare orde en veiligheid in relatie tot een gedetineerde. Ook levensbedreigende of ernstig intimiderende activiteiten die vanuit detentie worden ondernomen kunnen aanleiding zijn voor een dergelijke maatregel.”