Oplossing van het tekort aan gekwalificeerd personeel en problemen rond flexwerk voor beveiligingsbedrijven zijn op Prinsjesdag niet dichterbij gekomen en laten daardoor nog langer op zich wachten. De verhoging van het minimumloon kan daarbij zorgen voor zorgwekkend oplopende personeelskosten.
Dat stelt voorzitter Ard van der Steur van de Nederlandse Veiligheidsbranche in een reactie op het op Prinsjesdag gepresenteerde kabinetsbeleid. Van der Steur zegt de moeilijke positie van het demissionaire kabinet te begrijpen, maar had desondanks gehoopt op steviger beleidsvoornemens om het werk in de maatschappelijk zo relevante veiligheidsbranche beter uitvoerbaar te maken.
Flexwerk
Volgens Van der Steur zijn er rond de arbeidsmarkt een paar vraagstukken die snel om oplossing vragen. De belangrijkste daarvan is het flexwerk-vraagstuk. Terwijl de politieke roep om beperking van flexwerk steeds luider klinkt, hebben veel beveiligers zich geregistreerd als zzp’er. Intussen is duidelijk geworden dat de status van zzp’er vaak onhoudbaar is voor velen.
Terwijl dat roept om verminderde inzet van zzp’ers, worden de wegen voor gewoon flexwerk afgesneden, stelt Van der Steur. Daarom ligt het volgens hem voor de hand om met wettelijke maatregelen het aantal zzp’ers in de beveiliging terug te dringen en tegelijkertijd andere flexibele arbeidsovereenkomsten mogelijk te maken.
De waarschijnlijke verhoging van het minimumloon in de komende kabinetsperiode zal de personeelskosten van beveiligingsbedrijven verder opstuwen en kan zomaar leiden tot minder aanbod van beveiligingswerk. Het niet kunnen voldoen aan vraag naar beveiligingswerk kan een vervelende maatschappelijke consequentie zijn, waarschuwt Van der Steur.
Veiligheidsparagraaf
Aanzienlijk tevredener is de voorzitter van de Nederlandse Veiligheidsbranche over de veiligheidsparagraaf in de kabinetsvoornemens. “Er is een hoog bewustzijn van de dreigingen op veiligheidsgebied, digitaal en fysiek. Het kan niet anders of we gaan in de komende kabinetsperiode stappen zetten op het gebied van samenwerking tussen politie, Koninklijke Marechaussee, openbaar ministerie en de particuliere beveiligers. We hebben een gezamenlijk, maatschappelijk belang.”