De politie heeft 400 miljoen euro nodig. De helft daarvan is bedoeld om de organisatie op orde te krijgen, de andere helft om antwoord te kunnen geven op de grote maatschappelijke opgaven waarvoor de politie staat.
Dat staat in een Position Paper dat de politie samen met de regioburgemeesters heeft gepresenteerd. De samenleving verdient een politie die zichtbaar, aanspreekbaar en benaderbaar is, die operationele successen boekt en bijblijft met maatschappelijke ontwikkelingen, zowel op straat als digitaal. Het beroep dat op de politie wordt gedaan is groot. Dat dwingt de politie om keuzes te maken.
“Het blijft een uitdaging om cybercrime te bestrijden. De werkwijze verandert steeds, de hoeveelheid data groeit exponentieel en de kennis daarover is schaars”, stelt Theo van der Plas, portefeuillehouder Digitalisering.
“Ook in de traditionele vormen van criminaliteit is de digitale component steeds groter en is deze niet alleen een sluitstuk voor bewijs, maar steeds vaker de opening van een strafrechtelijk onderzoek. Denk aan cryptovaluta en het benutten van locatiegegevens. Elke collega zal zijn of haar digitale vaardigheid op peil moeten houden of krijgen, ook in de basisteams en districten. Het is geen specialisme meer; het is voor iedereen.”
Pijnlijke keuzes
Het demissionaire kabinet heeft volgens korpschef Henk van Essen noodzakelijke investeringen gedaan. “Pijnlijke keuzes om financieel gezond te blijven zijn op korte termijn te voorkomen door (incidenteel) geld dat overblijft door onderbezetting te besteden aan structurele tekorten. Voor de grote maatschappelijke opgaven van dit moment is meer nodig. De ontwikkelingen in de samenleving volgen elkaar in snel tempo op en een volgend kabinet, maar ook de kabinetten daarna moeten verder vooruit durven en willen kijken.”