Particuliere beveiligers moeten dezelfde status hebben als politie, brandweer en boa’s als het gaat om agressie en geweld tegen hulpverleners. Rond dat maatschappelijke probleem moet het onderscheid tussen publiek en privaat verdwijnen.
Dat is de strekking van een brief die de Nederlandse Veiligheidsbranche heeft gestuurd aan de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid van de Tweede Kamer. Die commissie sprak woensdag tijdens een rondetafel-bijeenkomst over het vraagstuk van geweld tegen hulpverleners, maar doet dat zonder vertegenwoordigers van de particuliere beveiligers. De reden: particuliere beveiligers hebben geen formele publieke taak.
Branchevoorzitter Van der Steur maakt in de brief duidelijk dat die overweging academisch is en dat geweldplegers geen onderscheid maken tussen publieke hulpverleners als politie, brandweer, boa’s en particuliere beveiligers. “Denkt u dat een hooligan, een winkeldief, een drugsdealer of een agressieve bezoeker van een popconcert verschil maakt tussen het ene uniform (dat van de politie, brandweer, BOA of ambulancemedewerker) of het uniform van een beveiliger? Het maakt hen uiteraard niet uit wie de betrokkene is of waarvoor die werkt. Waarom zou het dan wel uitmaken voor beleidsbepalers?”
Aanvullend
Niet alleen in de ogen van het publiek, maar ook feitelijk zijn publieke en particuliere hulpverleners de afgelopen decennia naar elkaar toegegroeid. Particuliere beveiligers zijn vaak aanvullend aan de klassieke politietaken en in sommige gevallen hebben zij die deels overgenomen, betoogt Van der Steur.
“Particuliere beveiligers zijn betrokken bij het aanhouden en opbrengen van winkeldieven, reageren vaak als eerste op een inbraakmelding, handhaven de orde bij evenementen, treden op tegen voetbalhooligans en nemen drugs in beslag. Dat zijn allemaal voorbeelden van werk dat traditioneel door de politie werd gedaan”, aldus Van der Steur.