Twee mannen uit Doetinchem zijn veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf van 4 maanden, omdat zij 3D-printers gebruikten om onderdelen van wapens te printen.
De politie trof in 2021 vier 3D-printers aan in de woning van een van de verdachten. Drie van deze printers waren eerder gebruikt. In een aantal printers zat een SD-kaart met instructies voor het 3D-printen van onderdelen van vuurwapens. Op een daarvan zat DNA van een van de mannen. In de woning lagen verschillende onderdelen van een 3D-geprint vuurwapen. Deze waren gemaakt met een 3D-printer.
De mannen voerden via WhatsApp een gesprek, waarin de ene man aan de andere vroeg of hij een 3D-printer in de woning van die man mocht zetten. Volgens de rechtbank wordt in andere berichten tussen hen (versluierd) gesproken over het 3D-printen van onderdelen van wapens. De rechtbank vindt op basis hiervan bewezen dat het duo niet alleen over de aangetroffen wapenonderdelen beschikte, maar ook dat zij ook degenen waren die ze hebben gemaakt.
De rechtbank vindt dat het duo zich schuldig maakt aan heel ernstige delicten. Met 3D-printers kunnen wapens worden gemaakt die niet traceerbaar zijn. Het is een feit van algemene bekendheid dat vuurwapens levensgevaarlijk zijn en worden gebruikt om ernstige delicten te plegen. Bovendien worden ze in toenemende mate gebruikt bij conflicten. Daarom moet hard worden opgetreden tegen dit soort delicten.
Beide Doetinchemmers hebben een blanco strafblad. Vanwege deze zaak zaten zij enkele dagen vast. Verder hebben zij sinds 2021 stappen gezet en lijken zij hun leven inmiddels op de rit te hebben. Ook duurde het – buiten hun schuld om – meer dan twee jaar voordat hun zaak op zitting is gekomen. Daarom ziet de rechtbank af van de onvoorwaardelijke gevangenisstraf die het uitgangspunt is voor dit soort delicten. In plaats daarvan legt de rechtbank een taakstraf en – vanwege de ernst van de feiten – een voorwaardelijke gevangenisstraf op. De officier van justitie eiste alleen een taakstraf.
Verder waren er verdenkingen tegen de mannen dat zij een gaspistool en munitie in bezit hadden. De rechtbank vindt dit niet bewezen. Het gaspistool en de munitie zijn aangetroffen in dezelfde woning, maar uit het procesdossier blijkt dat er regelmatig verschillende personen in de woning verbleven en op het gaspistool en de munitie is DNA van meerdere mensen aangetroffen. Daarom spreekt de rechtbank de mannen van dit feit vrij.