In aanloop naar de jaarwisseling ziet de politie steeds vaker incidenten met zwaar, voor consumenten verboden vuurwerk. Dit levert gevaar op voor de politie en andere hulpverleners, maar ook voor omstanders. Met de campagne ‘Het is maar vuurwerk’ vraagt de politie de komende maanden aandacht voor de gevolgen van dit zware vuurwerk en het bezit en gebruik hiervan tegengaan.
Het vuurwerk dat vandaag de dag te koop is, is niet te vergelijken met het vuurwerk dat tientallen jaren geleden verkocht werd. Er is volgens de politie veel meer zwaar, voor consumenten verboden vuurwerk in omloop. Een voorbeeld is de cobra, die wat betreft explosieve kracht vergelijkbaar is met een handgranaat.
Dodelijk letsel
Worden cobra’s, ander vuurwerk met de kracht van een explosief of zelfgemaakte vuurwerkpakketten vervoerd of ergens neergelegd, dan zorgt dit voor enorme risico’s. Voor de makers en mensen die het aansteken, maar ook voor omstanders. Huizen kunnen zeer zwaar beschadigd raken en het letsel kan dodelijk zijn.
Inmiddels wordt er ook vuurwerk aangetroffen dat tot tien keer meer kruit bevat dan een cobra. Gaat dit vuurwerk af, dan kan dit ernstige gevolgen hebben voor omstanders en de omgeving. Wat ook een probleem is, is dat grote hoeveelheden vuurwerk opgeslagen worden in huizen, bergingen en schuren. Komt zo’n grote hoeveelheid vuurwerk tot ontploffing, dan is het leed niet te overzien.
Hulpverleners
Zwaar vuurwerk vormt daarnaast een risico voor hulpverleners. Jaarlijks raken meerdere politieagenten en andere hulpverleners gewond door vuurwerk. De campagne moet mensen hier bewust van maken. Vorig jaar werd deze campagne voor de tweede keer gehouden. Toen is alleen al in de eenheid Den Haag 320 keer zwaar vuurwerk in beslag genomen en daarbij is 250 keer een proces-verbaal opgemaakt, onder meer voor het bezit van en de handel in zwaar, voor consumenten verboden vuurwerk. In een woning werd 632 kilogram vuurwerk onderschept.