Werknemers in zorg en horeca ervaren het vaakst ongewenst gedrag op het werk, zoals seksuele aandacht, intimidatie, lichamelijk geweld of pesten. Ongewenst gedrag komt meer dan gemiddeld voor onder vrouwelijke werknemers en onder werknemers die relatief veel contact met anderen hebben tijdens hun werk.
Dat meldt het CBS op basis van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden, uitgevoerd in samenwerking met TNO. In 2023 gaf 17 procent van alle werknemers (15 tot 75 jaar) aan in de afgelopen twaalf maanden met ongewenst gedrag op het werk te maken hebben gehad. Naast de zorg (30 procent), kwam ook in de horeca ongewenst gedrag relatief vaak voor (20 procent). Werknemers in de landbouw en in de bouw ervoeren het juist relatief weinig.
Vrouwelijke werknemers geven vaker aan dat zij in de afgelopen twaalf maanden met ongewenst gedrag te maken hebben gehad: 21 procent, tegen 13 procent van de mannelijke werknemers. Dit speelt mee bij het relatief hoge percentage ongewenst gedrag in bedrijfstakken waar veel vrouwen werken, zoals de zorg en het onderwijs. In die twee bedrijfstakken was in 2023 respectievelijk 82 en 65 procent van de werknemers vrouw. In de bouw was dit 14 procent.
Ongewenst gedrag komt ook vaker voor als het werk meer contact met collega’s, klanten, patiënten of leerlingen met zich meebrengt. Werknemers in de zorg en horeca gaven met ruim 75 procent het vaakst aan dat zij (vrijwel) de hele dag andere mensen op het werk ontmoeten. In de ICT en de financiële dienstverlening gold dat voor minder dan 40 procent van de werknemers, het laagst van alle bedrijfstakken. In deze bedrijfstakken ervoeren relatief weinig werknemers ongewenst gedrag.