Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) doet steeds meer onderzoek naar veiligheidsinkt. Dit soort inkt komt terecht op bankbiljetten of kleding wanneer een met veiligheidsinkt beveiligde geldautomaat wordt opgeblazen met een explosief, zoals bij een plofkraak.
Met name het grote aantal plofkraken in Duitsland, veelal gepleegd door Nederlanders, zorgde sinds 2022 voor een vertienvoudiging van het aantal inktonderzoeken. NFI-deskundige Microsporen & Materialen Peter Zoon: “Inmiddels hebben we een aardige databank met veiligheidsinkt. Na de glasdatabank heeft het NFI hiermee een nieuwe tool in handen om politie en OM te helpen bij onderzoek naar plofkraken. In Nederland, maar ook internationaal.”
De afgelopen vijf jaar is in Duitsland bij plofkraken ruim 100 miljoen aan cash geld buitgemaakt, veelal door Nederlandse daders. Na het invoeren van veiligheidsmaatregelen door banken om het aantal plofkraken tegen te gaan, hebben Nederlandse plofkrakers hun terrein verplaatst naar Duitsland. Het geld dat daar wordt buitgemaakt, ook de biljetten met veiligheidsinkt, duikt later vaak in Nederland op. De politie treft de biljetten aan bij huiszoekingen en inbeslagnames en stuurt die naar het NFI voor onderzoek. Soms komen ze ook in het reguliere betalingsverkeer terecht.
Inktdatabank
Veiligheidsinkt is meestal donkerblauw of groen, soms paars, rood of zwart en is niet afwasbaar. De inkt zit in geldcassettes in een geldautomaat en verspreidt zich bij een explosie over de bankbiljetten, soms ook over de kleding of huid van de daders. Dit zorgt er niet alleen voor dat het geld moeilijker is uit te geven, maar de chemische eigenschappen van de veiligheidsinkt kunnen in sommige gevallen ook de biljetten aan een bepaalde plofkraak linken. Inkt op kleding kan een verband leggen tussen een verdachte en een plaats delict.